Wat is freediving?

Freediving is een sport die momenteel door honderden mensen in Nederland op competitie- en recreatief niveau wordt beoefend. Zij willen uitblinken in één of meerdere disciplines van het freediven: statisch (zo lang mogelijk je adem in houden), dynamisch (zo ver mogelijk horizontaal onder water zwemmen, met of zonder vinnen) of een diepte discipline (met of zonder vinnen).

Vooral voor Nederlanders die minder mogelijkheden hebben om in dieper buitenwater te trainen bestaat het grootste deel uit zwembadtraining.

Net als bij duiken mét perslucht (scuba) is freediven zonder brevet af te raden en gevaarlijk. Pas na het behalen van een brevet kan een freediver op een veilige manier trainen, voorzien van de juiste kennis, reddingsvaardigheden en (inmiddels al enige) ervaring.

Freediving kent acht verschillende disciplines …

STATIC (STA)
De freediver ligt aan de oppervlakte, met zijn gezicht voorover in het water en houdt zijn adem in. Doel is zo lang mogelijk onder te blijven Dit onderdeel vindt doorgaans plaats in het zwembad.

Foto: Jos Broere

DYNAMIC NO FINS (DNF)
Afstand zwemmen onderwater zonder zwemvliezen of monovin. Het doel is een zo groot mogelijke afstand onderwater af te leggen. Ook dit onderdeel vindt plaats in het zwembad.

DYNAMIC WITH FINS (DYN & DYNB)
Afstand zwemmen onderwater met stereovinnen (DYNB) of een monovin (DYN). Het doel is een zo groot mogelijke afstand onderwater af te leggen. Ook dit onderdeel vindt plaats in het zwembad.

FREE IMMERSION (FIM)
Zonder vinnen trekt de freediver zich langs een touw omlaag op eigen kracht. Bij het keerpunt draait hij zich om en trekt zich op eigen kracht weer naar boven. Dit discipline vindt doorgaans plaats in de zee.

Foto: Daan Verhoeven

CONSTANT WEIGHT NO FINS (CNF)
Zonder vinnen duikt de freediver langs een lijn naar beneden en zwemt op eigen kracht weer naar boven, vaak gebruikend maken van een vorm van schoolslag. De lijn mag niet aangeraakt worden. Het doel is zo diep mogelijk te komen en uiteraard weer veilig en ontspannen boven te komen. Dit discipline vindt doorgaans plaats in de zee.

Foto: Daan Verhoeven

CONSTANT WEIGHT WITH FINS (CWT & CWTB)
Langs een lijn duikt de freediver beneden en zwemt op eigen kracht weer naar boven. Hij gebruikt stereovinnen (CWTB) of een monovin (CWT). De lijn mag niet aangeraakt worden. Doel is zo diep mogelijk te komen en uiteraard weer veilig en ontspannen boven te komen. Dit discipline vindt doorgaans plaats in de zee.

Foto: Jeanine Grasmeijer

VARIABLE WEIGHT (VWT)
De duiker maakt gebruik van een gewicht van maximaal 30kg om af te dalen. Dit kan een gewicht zijn of een slee zoals bij no limits (zie hieronder). De duiker komt op eigen kracht weer boven; zwemmend of gebruik makend van het touw. Dit discipline vindt doorgaans plaats in de zee.

NO LIMITS (NLT)
Deze discipline zullen sommigen herkennen van de film ‘Le Grand Bleu’. De duiker maakt gebruik van een gewicht naar keuze. Meestal wordt een slee gebruikt. De duiker komt boven door gebruik te maken van een hefballon of een ander drijfmiddel. Dit discipline vindt doorgaans plaats in de zee.

Foto: Nanja van de Broek